De kievit is een van de meest kenmerkende (weide-)vogelsoorten van ons land. Hij is onmiskenbaar met zijn kuif, zijn zwart-witte kleed en zijn unieke, opvallend brede vleugels. Deze spelen in de baltsvlucht een belangrijke rol, waarbij de kievitman spectaculaire buitelingen maakt en de zwart-witte ondervleugels van ver zichtbaar zijn. Aan de 'zang' die hij dan laat horen, heeft de kievit zijn naam te danken. Ook de vleugels maken een opvallend geluid.
De broedduur is 26 tot 29 dagen. Jongen (nestvlieders) zijn met 35 tot 40 dagen vliegvlug. De kievitten verdedigen hun nest heel goed tegen belagers, waardoor andere soorten graag bij ze in de buurt broeden. Ze leven in zo open mogelijk landschap, vrijwel uitsluitend agrarisch gebied (graslanden en akkers). Ze broeden graag in kort gras, afgewisseld met kale plekken. Buiten de broedtijd is het leefgebied vooral in open grasland- en bouwlandgebieden. De kievit trekt alleen weg naar warmere gebieden bij vorst.
Europees gezien is de populatie nog niet bedreigd, maar in veel Europese landen wel en staat de kievit op de Rode Lijst. Heeft vooral te lijden van intensivering van landbouw (vaak en vroeg maaien, lage waterpeilen, toenemende eenvormigheid van graslanden). Het werk op het land van de Limosahoeve is aangepast, het waterpeil wordt hoog gehouden en het maaien wordt uitgesteld tot na het broedseizoen.
Hier onder staat op de kaart aangegeven waar de kievit nesten zich bevonden in 2020 tot en met 2022.